Home > Kennisbank​​​​

Buisrailwagen: tips voor gebruik en onderhoud

In de meeste glastuinbouwbedrijven maakt een buisrailwagen heel wat overuren. Het juiste gebruik van de buisrailwagens en het uitvoeren van onderhoud is daarom van belang om de levensduur van een buisrailwagen te verlengen. Net zo belangrijk is het veilig werken en oplossen van storingen om de veiligheid van medewerkers te waarborgen.
Buisrailwagen op het betonpad in een komkommerkas
Maaike van Dijk
Specialist Coördinator Onderhoud en Inspectie  | 08 februari 2022 | 10 min. lezen

Hoe kun je veilig werken met een buisrailwagen?

Werken met een buisrailwagen brengt risico’s met zich mee. Daarom is het heel belangrijk dat werknemers op de hoogte zijn van de veiligheidsmaatregelen, zodat zij weten hoe ze op een veilige manier kunnen werken met een buisrailwagen.  

Veiligheidsmaatregelen gebruik buisrailwagen: voor 

  • Lees altijd eerst de gebruikershandleiding door en volg de instructies en veiligheidsvoorschriften op. 
  • Let op: alleen personen van minimaal 18 jaar die een degelijke instructie hebben gekregen, kennis hebben genomen van de gebruikershandleiding, deze volledig begrijpen en zich van de gevaren bewust zijn, mogen een buisrailwagen bedienen.
  • Controleer de buisrailwagen voor gebruik op gebreken. Constateer je een gebrek, los dit dan eerst op of – indien je dit niet zelf kan oplossen – schakel een monteur in.
  • Controleer voordat je gaat rijden of er niemand in het pad loopt, of er geen andere buisrailwagen in het pad aanwezig is en of er geen obstakels in het pad of plantresten op de rails liggen.
  • Controleer vooraf of alle afschermingen en beschermingskappen gemonteerd en gesloten zijn.
 

Veiligheidsmaatregelen gebruik buisrailwagen: tijdens

  • Er mag altijd maar één persoon op een buisrailwagen staan. Laat ook nooit iemand meerijden op het chassis.
  • Plaats eventuele belading in het midden van het werkplateau en zeker dit. De belading mag nooit meer dan 40 centimeter boven het werkplateau uitsteken.
  • Sluit het veiligheidshek voordat je gaat rijden en laat dit tijdens het rijden dicht.
  • Overschrijd nooit het maximale laadvermogen van een buisrailwagen, dit vergroot de kans op scheefstand. Het maximale laadvermogen staat in de meeste gevallen vermeld op de buisrailwagen zelf. Is dit niet het geval, raadpleeg dan de handleiding.
  • Blijf te allen tijde op het werkplateau staan. Is de hoogte van de buisrailwagen niet toereikend, verhoog dan nooit de hefhoogte (bijvoorbeeld door een trap op het werkplateau te plaatsen).
  • De meeste buisrailwagens zijn voorzien van een scheefstandmelder met waarschuwingssignaal dat gaat piepen wanneer de wagen een scheefstand groter dan 2 bereikt. Hoor je dit signaal, stop dan direct de werkzaamheden, zet de schaar zo ver mogelijk naar beneden, stap af en rijdt de buisrailwagen lopend naast de wagen terug.
  • Gebruik een buisrailwagen alleen voor oogst- en gewasverzorgingswerkzaamheden.
  • Gebruik een buisrailwagen nooit als hijskraan.

Veiligheidsmaatregelen gebruik buisrailwagen: na

  • Zet de buisrailwagen voordat je afstapt altijd in de laagste stand.
  • Schakel een buisrailwagen na gebruik altijd met de hoofdschakelaar uit.
  • Zet de rijrichtingschakelaar na gebruik altijd in de neutrale stand.
  • Draag bij het verplaatsen van een buisrailwagen altijd veiligheidsschoenen van minimaal veiligheidscategorie S1.
In deze video laten wij zien hoe je de potentiometer kunt vervangen

Hoe onderhoud en repareer je buisrailwagens?

Als je op het bedrijf werkt met buisrailwagens, is het belangrijk dat deze op de juiste manier en met regelmaat gecontroleerd worden, zodat er indien nodig onderhoud en reparatie uitgevoerd kan worden. Op deze manier zorg je ervoor dat werknemers veilig kunnen werken met de buisrailwagens.

Controleschema

Verschillende onderdelen van buisrailwagens moeten periodiek gecontroleerd worden. Het verschilt per onderdeel hoe vaak dit moet gebeuren. In onderstaand controleschema vind je de benodigde controles en daarbij vermeld hoe vaak je deze controles dient uit te voeren.

Let op: schakel de buisrailwagen voordat je start met de controle altijd uit met de hoofdschakelaar! Blijkt dat de buisrailwagen defect is, zorg dan dat deze niet wordt gebruikt totdat het defect is verholpen. Laat onderhoud aan elektrische componenten, bedrading, het hydraulische systeem en de aandrijfmotor altijd uitvoeren door een gekwalificeerd monteur.
controleschema buisrailwagen

Tips voor klein onderhoud aan de BeNomic buisrailwagen

Jaarlijks onderhoud

We raden aan om eens per jaar een groot onderhoud uit te voeren aan de buisrailwagen. Check de BeNomic intensief op alle onderdelen. Onze specialisten helpen uiteraard graag met dit grote onderhoud. Gedurende het jaar kun je zelf letten op de kleinere zaken. Deze zijn immers minstens zo belangrijk als het grote onderhoud.

Klein onderhoud aan de BeNomic

Klein onderhoud verlengt de levensduur en prestaties van jouw BeNomic buisrailwagen. Onder klein onderhoud verstaan we het onderhoud dat je zelf gemakkelijk kunt uitvoeren. Hier heb je geen hulp bij nodig van specialisten. Een controleschema met daarbij vermeld hoe vaak je deze controles dient uit te voeren helpt je hierbij.
  • Schone buizen voorkomt het vastlopen van de wielen
    Het eerste punt gaat niet direct om de buisrailwagen zelf, maar om de buizen waar de wagen overheen rijdt. Zorg er altijd voor dat de buizen zo schoon mogelijk zijn. Haal restafval, zoals bladeren en touw, weg voor je de BeNomic gaat gebruiken. Met name touw vergroot de kans dat de wielen sneller slijten. Door vuil, bladeren en touw kunnen de wielen ook vastlopen, waardoor groter onderhoud eerder nodig is. 

  • Check smeerpunten regelmatig
    Een buisrailwagen moet soepel blijven lopen. Check daarom regelmatig de smeerpunten, smeerdoppen en kettingen van de BeNomic. Er wordt tijdens het grote onderhoud standaard gekeken naar deze smeerpunten. Echter, je doet er goed aan dit zelf ook te checken. Als deze smeerpunten niet goed onderhouden worden, bestaat de kans dat de lagers warm lopen en hierdoor breken.

  • Zorg voor een opgeladen accu
    Zorg ervoor dat de accu van de BeNomic buisrailwagen goed wordt opgeladen. Door de accu-indicatiemeter in de gaten te houden, zie je duidelijk wanneer de accu leeg dreigt te raken. We adviseren de accu nooit helemaal leeg te laten lopen. Dit is niet gezond voor de accu. Daarnaast is het moeilijker om de accu weer geheel op te laden vanaf het nulpunt. Zorg er daarom voor dat de BeNomic tijdig wordt opgeladen. 

  • Houd de BeNomic goed schoon
    Het schoonmaken van de BeNomic is ontzettend belangrijk. Vuil geeft immers de meeste slijtage. Zorg er daarom voor dat na elk gebruik de buisrailwagen wordt schoongemaakt. Verwijder restafval van de wielen. Haal met een borstel het zand weg. Gebruik eventueel een lichtvochtige doek voor de metalen onderdelen van de BeNomic. Let op, gebruik nooit een hogedrukspuit voor het reinigen van de BeNomic.
In deze video laten we je zien hoe je de klep van de BeNomic Star 300 kunt vervangen.   

Hoe maak je de accu van een buisrailwagen winterklaar?

De accu van een buisrailwagen dien je goed voor te bereiden voordat ze de winterstalling ingaan. Dat zal ten goede komen van de levensduur. 
  1. Batterijen goed doorladen met de lader die je altijd gebruikt
    Voordat je de batterijen gaat laden, check je het niveau van het elektroliet (accuzuur). Vul de batterij zo nodig bij met gedemineraliseerd water tot minimaal 0,5 cm boven de platen

  2. Laat de lader het volledige laadprogramma afmaken
    Laat de batterijen vervolgens 24 uur “rusten”. Check eventueel met een zuurweger of het accuzuur een soortelijke massa heeft van tussen de 1,26 – 1,28 kg/l. Check eventueel ook met een Voltmeter/Multimeter de spanning van de batterij. Deze moet boven de 12,6 Volt zijn. Worden deze waarden niet bereikt, dan dien je de batterij nogmaals door te laden. Als daarna de waarden ook niet worden bereikt, dan heeft het in principe geen zin meer om deze batterij in de winteropslag te zetten.

  3. Maak de poolklemmen los
    Maak de bovenzijde van de batterij schoon met een mengsel van soda en (lauw) water. Gebruik daarbij een afwasborstel of een kwast. Maak daarna het deksel droog. Hierdoor worden oppervlakte lekspanningen door het zuur op het deksel vermeden, waardoor de batterij een minimale zelfontlading heeft. 

  4. Poolklemmen goed schoonmaken en invetten
    Het schoonmaken van de poolklemmen doe je met de staalborstel. Vervolgens vet je deze licht in met zuurvrije vaseline. Let op: gebruik geen smeervet. Daarna kan je alle klemmen weer aansluiten, behalve de min kabel (door de min kabel niet aan te sluiten, vermijd je lekspanningen en dus leeglopen van de batterij

  5. Plaats de batterijen in een vorst– en vochtvrije omgeving
    Zorg ook dat deze omgeving goed geventileerd is en dat er geen metalen voorwerpen op de batterij kunnen vallen. Dit kan namelijk een kortsluiting, vonk of zelfs een explosie veroorzaken.

  6. Geef de batterijen een tussentijdse lading
    De tussentijdse lading is van belang voor het verkrijgen van een langere levensduur van de batterijen. Doe dit maandelijks. We raden geen druppellader aan. Dit is ook niet noodzakelijk als je de bovenstaande stappen opvolgt.

  7. Laad de batterijen goed door als je de buisrailwagen weer in gebruik neemt
    Dit doe je bijvoorbeeld in de maand maart. De batterijen zijn nu weer in optimale staat om het nieuwe seizoen zonder problemen op te starten. Let op: bij het opladen van de batterijen komt een zeer explosief gas vrij. Blijf daarom met vonken, vuur en sigaretten altijd uit de buurt.
In deze video laat een monteur zien hoe je de verschillende stappen uitvoert.   

Veiligheidsmaatregelen

  • Wanneer je werkt met een accu, zorg dan dat je de benodigde veiligheidsmaatregelen treft. Accuvloeistof is namelijk sterk bijtend. 
  • Voorkom huidcontact door handschoenen te dragen en draag ook altijd een veiligheidsbril. Kom je toch in contact met de accuvloeistof, was de handen dan direct met water en zeep en/of spoel de ogen gedurende 5 minuten met stromend water en raadpleeg een arts.
  • Draag tijdens het werken met een accu ook geen sieraden zoals ringen, armbanden, kettingen en horloges. Een kortsluitstroom kan een sieraad laten smelten, met ernstige brandwonden tot gevolg.
  • Voorkom verder kortsluiting en zorg dat er geen elektrische verbinding tussen de batterijpolen gemaakt wordt. De accukap dient onbeschadigd te zijn. Kale plekken of deuken kunnen voor kortsluiting zorgen!

Hoe los je storingen of problemen met een buisrailwagen op?

Het kan voorkomen dat een buisrailwagen een storing vertoont, of dat er andere problemen optreden. In dat geval is het van belang dat je zo snel mogelijk actie onderneemt en de storing of het probleem oplost, zodat werknemers weer op een veilige manier kunnen werken met de buisrailwagen. 

De buisrailwagen rijdt niet

Mogelijke oorzaak: de sleutelschakelaar staat uitgeschakeld.
Oplossing: de sleutelschakelaar inschakelen (verticaal).

Mogelijke oorzaak: de noodstop is vergrendeld.
Oplossing: de noodstop ontgrendelen.

Mogelijke oorzaak: de accu's zijn leeg.
Oplossing: de accu's opladen.

Mogelijke oorzaak: de snelheidspotmeter staat op 0.
Oplossing: een snelheid instellen.

Mogelijke oorzaak: de rijrichting staat in neutraal.
Oplossing: een richting kiezen.

Mogelijke oorzaak: de accuklemmen maken slecht contact.
Oplossing: de accupolen reinigen en de klemmen opnieuw monteren.

Mogelijke oorzaak: de voetschakelaar is defect.
Oplossing: de voetschakelaar vervangen. Raadpleeg hiervoor een monteur.

Mogelijke oorzaak: een kabelbreuk in de voetschakelaar.
Oplossing: de kabelbreuk repareren of de schakelaar vervangen.

Mogelijke oorzaak: de opheffer is niet ver genoeg ingetrokken of de eindschakelaar is defect.
Oplossing: de opheffer volledig intrekken of de eindschakelaar controleren.

Mogelijke oorzaak: de zekeringsautomaat staat in 0-positie.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

Het werkplateau wil niet heffen/dalen

Mogelijke oorzaak: de accu's zijn leeg.
Oplossing: de accu's opladen.

Mogelijke oorzaak: de accuklemmen maken slecht contact.
Oplossing: de accupolen reinigen en de klemmen opnieuw monteren.

Mogelijke oorzaak: de sleutelschakelaar staat uitgeschakeld.
Oplossing: de sleutelschakelaar inschakelen (verticaal).

Mogelijke oorzaak: de noodstop is vergrendeld.
Oplossing: de noodstop ontgrendelen.

Mogelijke oorzaak: het werkplateau is overbelast.
Oplossing: de belading verminderen tot onder het maximale laadvermogen.

Mogelijke oorzaak: er zit te weinig hydraulische olie in de buisrailwagen.
Oplossing: de hydraulische olie bijvullen.

Mogelijke oorzaak: er is een zekering defect.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

Mogelijke oorzaak: de stuurstroomzekering is defect.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

De snelheid is slecht regelbaar 

Mogelijke oorzaak: de snelheidsregelknop is defect.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

Mogelijke oorzaak: de rijmotorregeling is defect.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

De buisrailwagen is omgevallen

Mogelijke oorzaken voor een omgevallen buisrailwagen zijn een onzorgvuldig transport, instabiel buisrailsysteem, te grote handkracht, overbelasting, het negeren van de scheefstandmelder, naast de buizen van het betonpad rijden en het opheffen op de buis of op een niet vlakke ondergrond. Handel bij een omgevallen buisrailwagen als volgt:
  1. Schakel de buisrailwagen uit.
  2. Zet de wagen recht.
  3. Verwijder de kappen.
  4. Koppel de accu's los.
  5. Maak de wagen schoon.
  6. Neem de schade op.
  7. Achterhaal de oorzaak van het omvallen en los deze op.
  8. Controleer de buisrailwagen en schakel indien nodig een monteur in.
Let op: pas bij een omgevallen buisrailwagen op voor vloeistoffen. Het kan gebeuren dat er door schade accuvloeistof uit de buisrailwagen lekt. Dit is sterk bijtend!
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Maaike van Dijk neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Ook interessant voor jou

Buisrailwagen: tips voor gebruik en onderhoud

In de meeste glastuinbouwbedrijven maakt een buisrailwagen heel wat overuren. Het juiste gebruik van de buisrailwagens en het uitvoeren van onderhoud is daarom van belang om de levensduur van een buisrailwagen te verlengen. Net zo belangrijk is het veilig werken en oplossen van storingen om de veiligheid van medewerkers te waarborgen.
Zoek in de Kennisbank
​​​​Vind antwoord op je vraag in onze kennisbank. 600+ artikelen, geschreven door onze specialisten.​​​​
Maaike van Dijk
Maaike van Dijk
Specialist Coördinator Onderhoud en Inspectie | 01 oktober 2023 | 10 min. lezen
Deel dit artikel

Buisrailwagen op het betonpad in een komkommerkas
Onderwerpen in dit artikel

Hoe kun je veilig werken met een buisrailwagen?

Werken met een buisrailwagen brengt risico’s met zich mee. Daarom is het heel belangrijk dat werknemers op de hoogte zijn van de veiligheidsmaatregelen, zodat zij weten hoe ze op een veilige manier kunnen werken met een buisrailwagen.  

Veiligheidsmaatregelen gebruik buisrailwagen: voor 

  • Lees altijd eerst de gebruikershandleiding door en volg de instructies en veiligheidsvoorschriften op. 
  • Let op: alleen personen van minimaal 18 jaar die een degelijke instructie hebben gekregen, kennis hebben genomen van de gebruikershandleiding, deze volledig begrijpen en zich van de gevaren bewust zijn, mogen een buisrailwagen bedienen.
  • Controleer de buisrailwagen voor gebruik op gebreken. Constateer je een gebrek, los dit dan eerst op of – indien je dit niet zelf kan oplossen – schakel een monteur in.
  • Controleer voordat je gaat rijden of er niemand in het pad loopt, of er geen andere buisrailwagen in het pad aanwezig is en of er geen obstakels in het pad of plantresten op de rails liggen.
  • Controleer vooraf of alle afschermingen en beschermingskappen gemonteerd en gesloten zijn.

Veiligheidsmaatregelen gebruik buisrailwagen: tijdens

  • Er mag altijd maar één persoon op een buisrailwagen staan. Laat ook nooit iemand meerijden op het chassis.
  • Plaats eventuele belading in het midden van het werkplateau en zeker dit. De belading mag nooit meer dan 40 centimeter boven het werkplateau uitsteken.
  • Sluit het veiligheidshek voordat je gaat rijden en laat dit tijdens het rijden dicht.
  • Overschrijd nooit het maximale laadvermogen van een buisrailwagen, dit vergroot de kans op scheefstand. Het maximale laadvermogen staat in de meeste gevallen vermeld op de buisrailwagen zelf. Is dit niet het geval, raadpleeg dan de handleiding.
  • Blijf te allen tijde op het werkplateau staan. Is de hoogte van de buisrailwagen niet toereikend, verhoog dan nooit de hefhoogte (bijvoorbeeld door een trap op het werkplateau te plaatsen).
  • De meeste buisrailwagens zijn voorzien van een scheefstandmelder met waarschuwingssignaal dat gaat piepen wanneer de wagen een scheefstand groter dan 2 bereikt. Hoor je dit signaal, stop dan direct de werkzaamheden, zet de schaar zo ver mogelijk naar beneden, stap af en rijdt de buisrailwagen lopend naast de wagen terug.
  • Gebruik een buisrailwagen alleen voor oogst- en gewasverzorgingswerkzaamheden.
  • Gebruik een buisrailwagen nooit als hijskraan.

Veiligheidsmaatregelen gebruik buisrailwagen: na

  • Zet de buisrailwagen voordat je afstapt altijd in de laagste stand.
  • Schakel een buisrailwagen na gebruik altijd met de hoofdschakelaar uit.
  • Zet de rijrichtingschakelaar na gebruik altijd in de neutrale stand.
  • Draag bij het verplaatsen van een buisrailwagen altijd veiligheidsschoenen van minimaal veiligheidscategorie S1.
In deze video laten wij zien hoe je de potentiometer kunt vervangen

Hoe onderhoud en repareer je buisrailwagens?

Als je op het bedrijf werkt met buisrailwagens, is het belangrijk dat deze op de juiste manier en met regelmaat gecontroleerd worden, zodat er indien nodig onderhoud en reparatie uitgevoerd kan worden. Op deze manier zorg je ervoor dat werknemers veilig kunnen werken met de buisrailwagens.

Controleschema

Verschillende onderdelen van buisrailwagens moeten periodiek gecontroleerd worden. Het verschilt per onderdeel hoe vaak dit moet gebeuren. In onderstaand controleschema vind je de benodigde controles en daarbij vermeld hoe vaak je deze controles dient uit te voeren.

Let op: schakel de buisrailwagen voordat je start met de controle altijd uit met de hoofdschakelaar! Blijkt dat de buisrailwagen defect is, zorg dan dat deze niet wordt gebruikt totdat het defect is verholpen. Laat onderhoud aan elektrische componenten, bedrading, het hydraulische systeem en de aandrijfmotor altijd uitvoeren door een gekwalificeerd monteur.
controleschema buisrailwagen

Tips voor klein onderhoud aan de BeNomic buisrailwagen

Jaarlijks onderhoud

We raden aan om eens per jaar een groot onderhoud uit te voeren aan de buisrailwagen. Check de BeNomic intensief op alle onderdelen. Onze specialisten helpen uiteraard graag met dit grote onderhoud. Gedurende het jaar kun je zelf letten op de kleinere zaken. Deze zijn immers minstens zo belangrijk als het grote onderhoud.

Klein onderhoud aan de BeNomic

Klein onderhoud verlengt de levensduur en prestaties van jouw BeNomic buisrailwagen. Onder klein onderhoud verstaan we het onderhoud dat je zelf gemakkelijk kunt uitvoeren. Hier heb je geen hulp bij nodig van specialisten. Een controleschema met daarbij vermeld hoe vaak je deze controles dient uit te voeren helpt je hierbij.
  • Schone buizen voorkomt het vastlopen van de wielen
    Het eerste punt gaat niet direct om de buisrailwagen zelf, maar om de buizen waar de wagen overheen rijdt. Zorg er altijd voor dat de buizen zo schoon mogelijk zijn. Haal restafval, zoals bladeren en touw, weg voor je de BeNomic gaat gebruiken. Met name touw vergroot de kans dat de wielen sneller slijten. Door vuil, bladeren en touw kunnen de wielen ook vastlopen, waardoor groter onderhoud eerder nodig is. 

  • Check smeerpunten regelmatig
    Een buisrailwagen moet soepel blijven lopen. Check daarom regelmatig de smeerpunten, smeerdoppen en kettingen van de BeNomic. Er wordt tijdens het grote onderhoud standaard gekeken naar deze smeerpunten. Echter, je doet er goed aan dit zelf ook te checken. Als deze smeerpunten niet goed onderhouden worden, bestaat de kans dat de lagers warm lopen en hierdoor breken.

  • Zorg voor een opgeladen accu
    Zorg ervoor dat de accu van de BeNomic buisrailwagen goed wordt opgeladen. Door de accu-indicatiemeter in de gaten te houden, zie je duidelijk wanneer de accu leeg dreigt te raken. We adviseren de accu nooit helemaal leeg te laten lopen. Dit is niet gezond voor de accu. Daarnaast is het moeilijker om de accu weer geheel op te laden vanaf het nulpunt. Zorg er daarom voor dat de BeNomic tijdig wordt opgeladen. 

  • Houd de BeNomic goed schoon
    Het schoonmaken van de BeNomic is ontzettend belangrijk. Vuil geeft immers de meeste slijtage. Zorg er daarom voor dat na elk gebruik de buisrailwagen wordt schoongemaakt. Verwijder restafval van de wielen. Haal met een borstel het zand weg. Gebruik eventueel een lichtvochtige doek voor de metalen onderdelen van de BeNomic. Let op, gebruik nooit een hogedrukspuit voor het reinigen van de BeNomic.
In deze video laten we je zien hoe je de klep van de BeNomic Star 300 kunt vervangen.   

Hoe maak je de accu van een buisrailwagen winterklaar?

De accu van een buisrailwagen dien je goed voor te bereiden voordat ze de winterstalling ingaan. Dat zal ten goede komen van de levensduur. 
  1. Batterijen goed doorladen met de lader die je altijd gebruikt
    Voordat je de batterijen gaat laden, check je het niveau van het elektroliet (accuzuur). Vul de batterij zo nodig bij met gedemineraliseerd water tot minimaal 0,5 cm boven de platen

  2. Laat de lader het volledige laadprogramma afmaken
    Laat de batterijen vervolgens 24 uur “rusten”. Check eventueel met een zuurweger of het accuzuur een soortelijke massa heeft van tussen de 1,26 – 1,28 kg/l. Check eventueel ook met een Voltmeter/Multimeter de spanning van de batterij. Deze moet boven de 12,6 Volt zijn. Worden deze waarden niet bereikt, dan dien je de batterij nogmaals door te laden. Als daarna de waarden ook niet worden bereikt, dan heeft het in principe geen zin meer om deze batterij in de winteropslag te zetten.

  3. Maak de poolklemmen los
    Maak de bovenzijde van de batterij schoon met een mengsel van soda en (lauw) water. Gebruik daarbij een afwasborstel of een kwast. Maak daarna het deksel droog. Hierdoor worden oppervlakte lekspanningen door het zuur op het deksel vermeden, waardoor de batterij een minimale zelfontlading heeft. 

  4. Poolklemmen goed schoonmaken en invetten
    Het schoonmaken van de poolklemmen doe je met de staalborstel. Vervolgens vet je deze licht in met zuurvrije vaseline. Let op: gebruik geen smeervet. Daarna kan je alle klemmen weer aansluiten, behalve de min kabel (door de min kabel niet aan te sluiten, vermijd je lekspanningen en dus leeglopen van de batterij

  5. Plaats de batterijen in een vorst– en vochtvrije omgeving
    Zorg ook dat deze omgeving goed geventileerd is en dat er geen metalen voorwerpen op de batterij kunnen vallen. Dit kan namelijk een kortsluiting, vonk of zelfs een explosie veroorzaken.

  6. Geef de batterijen een tussentijdse lading
    De tussentijdse lading is van belang voor het verkrijgen van een langere levensduur van de batterijen. Doe dit maandelijks. We raden geen druppellader aan. Dit is ook niet noodzakelijk als je de bovenstaande stappen opvolgt.

  7. Laad de batterijen goed door als je de buisrailwagen weer in gebruik neemt
    Dit doe je bijvoorbeeld in de maand maart. De batterijen zijn nu weer in optimale staat om het nieuwe seizoen zonder problemen op te starten. Let op: bij het opladen van de batterijen komt een zeer explosief gas vrij. Blijf daarom met vonken, vuur en sigaretten altijd uit de buurt.
In deze video laat een monteur zien hoe je de verschillende stappen uitvoert.   

Veiligheidsmaatregelen

  • Wanneer je werkt met een accu, zorg dan dat je de benodigde veiligheidsmaatregelen treft. Accuvloeistof is namelijk sterk bijtend. 
  • Voorkom huidcontact door handschoenen te dragen en draag ook altijd een veiligheidsbril. Kom je toch in contact met de accuvloeistof, was de handen dan direct met water en zeep en/of spoel de ogen gedurende 5 minuten met stromend water en raadpleeg een arts.
  • Draag tijdens het werken met een accu ook geen sieraden zoals ringen, armbanden, kettingen en horloges. Een kortsluitstroom kan een sieraad laten smelten, met ernstige brandwonden tot gevolg.
  • Voorkom verder kortsluiting en zorg dat er geen elektrische verbinding tussen de batterijpolen gemaakt wordt. De accukap dient onbeschadigd te zijn. Kale plekken of deuken kunnen voor kortsluiting zorgen!

Hoe los je storingen of problemen met een buisrailwagen op?

Het kan voorkomen dat een buisrailwagen een storing vertoont, of dat er andere problemen optreden. In dat geval is het van belang dat je zo snel mogelijk actie onderneemt en de storing of het probleem oplost, zodat werknemers weer op een veilige manier kunnen werken met de buisrailwagen. 

De buisrailwagen rijdt niet

Mogelijke oorzaak: de sleutelschakelaar staat uitgeschakeld.
Oplossing: de sleutelschakelaar inschakelen (verticaal).

Mogelijke oorzaak: de noodstop is vergrendeld.
Oplossing: de noodstop ontgrendelen.

Mogelijke oorzaak: de accu's zijn leeg.
Oplossing: de accu's opladen.

Mogelijke oorzaak: de snelheidspotmeter staat op 0.
Oplossing: een snelheid instellen.

Mogelijke oorzaak: de rijrichting staat in neutraal.
Oplossing: een richting kiezen.

Mogelijke oorzaak: de accuklemmen maken slecht contact.
Oplossing: de accupolen reinigen en de klemmen opnieuw monteren.

Mogelijke oorzaak: de voetschakelaar is defect.
Oplossing: de voetschakelaar vervangen. Raadpleeg hiervoor een monteur.

Mogelijke oorzaak: een kabelbreuk in de voetschakelaar.
Oplossing: de kabelbreuk repareren of de schakelaar vervangen.

Mogelijke oorzaak: de opheffer is niet ver genoeg ingetrokken of de eindschakelaar is defect.
Oplossing: de opheffer volledig intrekken of de eindschakelaar controleren.

Mogelijke oorzaak: de zekeringsautomaat staat in 0-positie.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

Het werkplateau wil niet heffen/dalen

Mogelijke oorzaak: de accu's zijn leeg.
Oplossing: de accu's opladen.

Mogelijke oorzaak: de accuklemmen maken slecht contact.
Oplossing: de accupolen reinigen en de klemmen opnieuw monteren.

Mogelijke oorzaak: de sleutelschakelaar staat uitgeschakeld.
Oplossing: de sleutelschakelaar inschakelen (verticaal).

Mogelijke oorzaak: de noodstop is vergrendeld.
Oplossing: de noodstop ontgrendelen.

Mogelijke oorzaak: het werkplateau is overbelast.
Oplossing: de belading verminderen tot onder het maximale laadvermogen.

Mogelijke oorzaak: er zit te weinig hydraulische olie in de buisrailwagen.
Oplossing: de hydraulische olie bijvullen.

Mogelijke oorzaak: er is een zekering defect.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

Mogelijke oorzaak: de stuurstroomzekering is defect.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

De snelheid is slecht regelbaar 

Mogelijke oorzaak: de snelheidsregelknop is defect.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

Mogelijke oorzaak: de rijmotorregeling is defect.
Oplossing: raadpleeg de dealer.

De buisrailwagen is omgevallen

Mogelijke oorzaken voor een omgevallen buisrailwagen zijn een onzorgvuldig transport, instabiel buisrailsysteem, te grote handkracht, overbelasting, het negeren van de scheefstandmelder, naast de buizen van het betonpad rijden en het opheffen op de buis of op een niet vlakke ondergrond. Handel bij een omgevallen buisrailwagen als volgt:
  1. Schakel de buisrailwagen uit.
  2. Zet de wagen recht.
  3. Verwijder de kappen.
  4. Koppel de accu's los.
  5. Maak de wagen schoon.
  6. Neem de schade op.
  7. Achterhaal de oorzaak van het omvallen en los deze op.
  8. Controleer de buisrailwagen en schakel indien nodig een monteur in.
Let op: pas bij een omgevallen buisrailwagen op voor vloeistoffen. Het kan gebeuren dat er door schade accuvloeistof uit de buisrailwagen lekt. Dit is sterk bijtend!
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Maaike van Dijk neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Maaike van Dijk
Ook interessant voor jou
Hoe onderhoud en repareer je buisrailwagens?
Het heel belangrijk dat buisrailwagens op de juiste manier en met regelmaat gecontroleerd worden, zodat er indien nodig onderhoud en reparatie uitgevoerd kan worden.


BeMatic Meto: tips voor veilig werken en onderhoud
De BeMatic Meto spuitrobot is een automatisch rijdende spuitwagen die veel wordt gebruikt in de glastuinbouw.



Klein onderhoud aan de Empas spuitwagen
De Bio Chopper is een van de meest gebruikte machines in de glastuinbouw voor het versnipperen van diverse gewassen. Een onmisbare machine tijdens de teeltwisseling om zo efficiënt mogelijk te werken.