Amblyseius swirskii als natuurlijke vijand tegen trips, spint en diverse mijten
De roofmijt Amblyseius swirskii, is de biologische bestrijder van verschillende tripssoorten, witte vlieg, spint en weekhuidmijten in groente- en sierteelt.
Leonie van Rooijen Productspecialist Gewasbescherming | 22 januari 2024 | 2 min. lezen
Deel dit artikel
Wat is en wat bestrijdt Amblyseius swirskii?
Amblyseius swirskii is een roofmijt en staat bekend als een effectieve bestrijder tegen trips. Amblyseius swirskii is actief en erg vraatzuchtig en doorzoekt de gehele plant naar zijn prooi. Op het menu staat voornamelijk het eerste larvenstadium van trips. Desondanks voeden ze zichzelf ook met spint en weekhuidmijten. Per dag eet de roofmijt ongeveer zes tripslarven. Naast de bovenstaande plagen, voedt swirskii zichzelf stuifmeel. Dit heeft als voordeel dat de Amblyseius swirskii redelijk kan overleven zonder prooi. Hierdoor kan deze roofmijt al preventief worden ingezet. Amblyseius swirskii kan in nagenoeg alle gewassen jaarrond worden ingezet. In tomaat heeft hij veel last van de klierharen en zal daardoor moeilijker ontwikkelen.
Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling van Amblyseius swirskii
Je kunt Amblyseius swirskii herkennen aan het druppelvormige lichaam met een wit/goudgeel van kleur. Vanaf het protonimf stadium heeft hij 8 poten. De kleur hangt af van wat hij eet. Een volwassen swirskii is ongeveer 0,4 mm groot. De volwassen vrouwtjes leggen hun eieren op de onderkant van het blad bij voorkeur op stengel/bladhaartjes. Amblyseius swirskii kent een korte levenscyclus waardoor snel een opbouw van de populatie plaats vindt. In totaal doorloopt de hij vijf stadia in ongeveer 9 dagen bij juiste klimaatomstandigheden (circa 25°). Swirskii is niet gevoelig voor diapauze en blijft actief tot temperaturen van 36°C. Onder de 15°C gaat zijn reproductie sterk achteruit.
Gebruiksinstructie
Raadpleeg voor de algemene gebruiksinstructie voor natuurlijke vijanden het kennisbankartikel.
Hoe zet je in:
Los materiaal:
Het materiaal moet voor en tijdens de introductie goed door elkaar worden gemengd omdat de roofmijten de neiging hebben naar boven te kruipen in de zak.
Afhankelijk van de plaag druk wordt de dosering bepaald, deze varieert van 150 tot 500 roofmijten per m2.
Introductie van roofmijten herhalen afhankelijk van het gewas en plaagdruk.
Interval van zeven dagen aanhouden.
Indien geen stuifmeel aanwezig is kun je door wekelijks bijvoeren met powerfood 3.0 de populatie opbouw ondersteunen
Het materiaal kan handmatig of met behulp van Unimite verdeelsysteem worden verdeeld.
Zakjes:
Afhankelijk van het gewas en plaagdruk worden het aantal zakjes per 1000m2 bepaald.
Scheur de zakjes van elkaar langs de perforaties
Maak een goede verdeling in het gewas.
Plaats de zakjes op een beschutte plaats
Voor een optimale verdeling dienden de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen.
Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken.
Starskii Linten:
Plaats het lint horizontaal tussen het gewas met de geprinte kant naar boven toe.
Maak een goede verdeling in het gewas.
Let erop dat het papier niet op natte grond of gewas ligt.
Voor een optimale verdeling dienden de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen.
Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken
Stick:
Zakjes op een stokje
Makkelijk op plant tray of jonge planten
Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken
Afhankelijk van het gewas en plaagdruk worden het aantal zakjes per 1000m2 bepaald.
Verpakking varianten
Amblyseius swirskii wordt veelal geleverd onder de naam SWIRSontrol en is verkrijgbaar in diverse verpakkingen en samenstellingen:
Lint bestaande uit aaneenschakeling van kweekcellen (zakjes)
Verkrijgbaar in 6x100 meter lint
Bevat zemelen, vermiculite, roofmijten en voermijten
Keuzetabel
Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling van Amblyseius swirskii
Je kunt Amblyseius swirskii herkennen aan het druppelvormige lichaam met een wit/goudgeel van kleur. Vanaf het protonimf stadium heeft hij 8 poten. De kleur hangt af van wat hij eet. Een volwassen swirskii is ongeveer 0,4 mm groot. De volwassen vrouwtjes leggen hun eieren op de onderkant van het blad bij voorkeur op stengel/bladhaartjes. Amblyseius swirskii kent een korte levenscyclus waardoor snel een opbouw van de populatie plaats vindt. In totaal doorloopt de hij vijf stadia in ongeveer 9 dagen bij juiste klimaatomstandigheden (circa 25°). Swirskii is niet gevoelig voor diapauze en blijft actief tot temperaturen van 36°C. Onder de 15°C gaat zijn reproductie sterk achteruit.
Opslag van Amblyseius swirskii
De roofmijten moeten na levering zo snel mogelijk worden ingezet in het gewas. De mijten produceren warmte en CO2 en bij hoge temperaturen zullen ze bij langdurige opslag sterk in kwaliteit en kwantiteit achteruitgaan. Als direct inzetten niet mogelijk is moeten ze gekoeld worden om hoge temperaturen in de zakken te voorkomen. De optimale temperatuur bij opslag is 15-18°C bij 80% Relatieve Luchtvochtigheid.
Kwaliteitscontrole roofmijten
Raadpleeg hier het kwaliteitsprotocol voor roofmijten
Amblyseius swirskii als natuurlijke vijand tegen trips, spint en diverse mijten
De roofmijt Amblyseius swirskii, is de biologische bestrijder van verschillende tripssoorten, witte vlieg, spint en weekhuidmijten in groente- en sierteelt.
Zoek in de Kennisbank
Vind antwoord op je vraag in onze kennisbank. 600+ artikelen, geschreven door onze specialisten.
Leonie van Rooijen Productspecialist Gewasbescherming | 22 januari 2024 | 2 min. lezen
Deel dit artikel
Wat is en wat bestrijdt Amblyseius swirskii?
Amblyseius swirskii is een roofmijt en staat bekend als een effectieve bestrijder tegen trips. Amblyseius swirskii is actief en erg vraatzuchtig en doorzoekt de gehele plant naar zijn prooi. Op het menu staat voornamelijk het eerste larvenstadium van trips. Desondanks voeden ze zichzelf ook met spint en weekhuidmijten. Per dag eet de roofmijt ongeveer zes tripslarven. Naast de bovenstaande plagen, voedt swirskii zichzelf stuifmeel. Dit heeft als voordeel dat de Amblyseius swirskii redelijk kan overleven zonder prooi. Hierdoor kan deze roofmijt al preventief worden ingezet. Amblyseius swirskii kan in nagenoeg alle gewassen jaarrond worden ingezet. In tomaat heeft hij veel last van de klierharen en zal daardoor moeilijker ontwikkelen.
Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling van Amblyseius swirskii
Je kunt Amblyseius swirskii herkennen aan het druppelvormige lichaam met een wit/goudgeel van kleur. Vanaf het protonimf stadium heeft hij 8 poten. De kleur hangt af van wat hij eet. Een volwassen swirskii is ongeveer 0,4 mm groot. De volwassen vrouwtjes leggen hun eieren op de onderkant van het blad bij voorkeur op stengel/bladhaartjes. Amblyseius swirskii kent een korte levenscyclus waardoor snel een opbouw van de populatie plaats vindt. In totaal doorloopt de hij vijf stadia in ongeveer 9 dagen bij juiste klimaatomstandigheden (circa 25°). Swirskii is niet gevoelig voor diapauze en blijft actief tot temperaturen van 36°C. Onder de 15°C gaat zijn reproductie sterk achteruit.
Gebruiksinstructie
Raadpleeg voor de algemene gebruiksinstructie voor natuurlijke vijanden het kennisbankartikel.
Hoe zet je in:
Los materiaal:
Het materiaal moet voor en tijdens de introductie goed door elkaar worden gemengd omdat de roofmijten de neiging hebben naar boven te kruipen in de zak.
Afhankelijk van de plaag druk wordt de dosering bepaald, deze varieert van 150 tot 500 roofmijten per m2.
Introductie van roofmijten herhalen afhankelijk van het gewas en plaagdruk.
Interval van zeven dagen aanhouden.
Indien geen stuifmeel aanwezig is kun je door wekelijks bijvoeren met powerfood 3.0 de populatie opbouw ondersteunen
Het materiaal kan handmatig of met behulp van Unimite verdeelsysteem worden verdeeld.
Zakjes:
Afhankelijk van het gewas en plaagdruk worden het aantal zakjes per 1000m2 bepaald.
Scheur de zakjes van elkaar langs de perforaties
Maak een goede verdeling in het gewas.
Plaats de zakjes op een beschutte plaats
Voor een optimale verdeling dienden de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen.
Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken.
Starskii Linten:
Plaats het lint horizontaal tussen het gewas met de geprinte kant naar boven toe.
Maak een goede verdeling in het gewas.
Let erop dat het papier niet op natte grond of gewas ligt.
Voor een optimale verdeling dienden de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen.
Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken
Stick:
Zakjes op een stokje
Makkelijk op plant tray of jonge planten
Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken
Afhankelijk van het gewas en plaagdruk worden het aantal zakjes per 1000m2 bepaald.
Verpakking varianten
Amblyseius swirskii wordt veelal geleverd onder de naam SWIRSontrol en is verkrijgbaar in diverse verpakkingen en samenstellingen:
Lint bestaande uit aaneenschakeling van kweekcellen (zakjes)
Verkrijgbaar in 6x100 meter lint
Bevat zemelen, vermiculite, roofmijten en voermijten
Keuzetabel
Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling van Amblyseius swirskii
Je kunt Amblyseius swirskii herkennen aan het druppelvormige lichaam met een wit/goudgeel van kleur. Vanaf het protonimf stadium heeft hij 8 poten. De kleur hangt af van wat hij eet. Een volwassen swirskii is ongeveer 0,4 mm groot. De volwassen vrouwtjes leggen hun eieren op de onderkant van het blad bij voorkeur op stengel/bladhaartjes. Amblyseius swirskii kent een korte levenscyclus waardoor snel een opbouw van de populatie plaats vindt. In totaal doorloopt de hij vijf stadia in ongeveer 9 dagen bij juiste klimaatomstandigheden (circa 25°). Swirskii is niet gevoelig voor diapauze en blijft actief tot temperaturen van 36°C. Onder de 15°C gaat zijn reproductie sterk achteruit.
Opslag van Amblyseius swirskii
De roofmijten moeten na levering zo snel mogelijk worden ingezet in het gewas. De mijten produceren warmte en CO2 en bij hoge temperaturen zullen ze bij langdurige opslag sterk in kwaliteit en kwantiteit achteruitgaan. Als direct inzetten niet mogelijk is moeten ze gekoeld worden om hoge temperaturen in de zakken te voorkomen. De optimale temperatuur bij opslag is 15-18°C bij 80% Relatieve Luchtvochtigheid.
Kwaliteitscontrole roofmijten
Raadpleeg hier het kwaliteitsprotocol voor roofmijten
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Leonie van Rooijen neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur.
Ook interessant voor jou
Roofmijt als natuurlijke vijand De roofmijt is de natuurlijke vijand van onder andere spint en kan daarom als biologische bestrijder worden ingezet. Er zijn verschillende soorten roofmijt. De ene soort is alleen in te zetten tegen spint, maar er zijn ook soorten die (daarnaast) een of meerdere andere natuurlijke vijanden hebben.
Bodemroofmijt als natuurlijke vijand Bodemroofmijt is een natuurlijke vijand van onder andere trips, varenrouwmug en springstaart. De meest bekende soorten zijn de Stratiolaelaps scimitus (Hypoaspis miles), de Gaelolaelaps aculeifer en de Macrocheles robustulus.
Macrocheles robustulus als natuurlijke vijand Macrocheles robustulus is een middelgrote bodemroofmijt die leeft in de toplaag van de potgrond. Deze roofmijt is een natuurlijke vijand van onder andere de potworm (Lyprauta) tripspoppen en de eieren, larven en poppen van de varenrouwmug.